Het vierde land dat we tijdens onze reis door Zuid-Amerika hebben bezocht is het enorm grote Argentinië. Deze omvang leidde tot lange busritten. Het begon met de rit van 12 uur naar Salta vanuit San Pedro de Atacama in Chili. Deze duur werd niet alleen veroorzaakt door het aantal kilometers, maar ook omdat we over een bochtige bergweg reden en de grensovergang naar Argentinië anderhalf uur duurde.

Onze eerste kennismaking met Argentinië was berg- en woestijnachtig met hier en daar zicht op een kudde guanaco’s (ons kwartet van Amerikaanse kameelachtigen is nu compleet!). Al snel passeerden we de Salinas Grande, maar die was in de verste verte niet zo groots en mooi als de zoutvlakte van Uyuni in Bolivia. Na elke bergafdaling werd de omgeving een beetje groener. Van een gebied met gekleurde regenboogbergen kwamen we terecht in een tropisch groen landschap dat overging in stedelijk gebied bij de stad Salta.
In Salta kwamen we direct in aanraking met de economische problemen en monetaire crisis in het land. Dit wordt onder meer veroorzaakt door de hoge overheidsschuld. In een jaar tijd is de Argentijnse munteenheid 50 procent in waarde gedaald. Stonden eind 2018 twintig pesos nog gelijk aan één euro; nu zijn veertig pesos één euro waard is. De verwachte inflatie voor 2018 is maar liefst 47,5 procent! Buitenlanders betalen de hoofdprijs als ze pesos uit een Argentijnse bankmuur willen halen. Het maximale pinbedrag is 3.600 pesos (dus minder dan 100 euro) en daarvoor moet elke keer 450 pesos transactiekosten worden betaald (dus 12%!). We hadden uiteraard veel moeite met het accepteren van deze belachelijk hoge fee en gingen daarom 30 verschillende banken af om te kijken of het overal even hoog was tot we er één vonden waar het de helft minder was.
Salta zelf was een schone en redelijk groene stad, met een mooi Plaza de Armas, een aantal gekleurde kathedralen en weinig toeristen. Net als veel Argentijnen maakten we een ritje in de kabelbaan naar het hoogste punt van de stad, Cerro San Bernardo op 1.450 meter. De kabelbaan was aanzienlijk duurder, ouder en langzamer dan het kabelbaannetwerk van la Paz, maar het uitzicht over de stad was de moeite waard.

Salta staat bekend om zijn vele restaurantjes met livemuziek. We hebben steak gegeten en heerlijke rode wijn gedronken bij Casona del Molino tijdens een drukbezochte peña, een typisch Noord-Argentijnse folkloristische muziekavond. Al voor openingstijd om 21.00 uur had zich een lange rij met gasten gevormd, maar wij waren er op tijd bij en wisten een plekje te bemachtigen in één van de kamers. Wij werden getrakteerd op een gratis optreden van twee jonge jongens met een gitaar en trommel. De leadzanger had een prachtige stem! Ze zongen schijnbaar bekende Argentijnse levensliederen, want de meeste mensen zongen luidkeels mee. Het was een gezellige en bijzondere avond!
De rode wijn die we tijdens de peña dronken zou zeker niet de laatste fles zijn die we soldaat maakten. Tweehonderd kilometer ten zuiden van Salta bezochten we Cafayate, een rustig dorpje dat bekend staat om haar wijngaarden. De weg ernaartoe leidde ons door een prachtige rode en rotsachtige vallei. Het was helaas ook een kronkelende en heuvelachtige weg en we hadden geen goede plekken in de bus, waardoor ik erg misselijk werd.

In Cafayate was het heerlijk vertoeven. We bezochten eerst het wijnmuseum, waar we leerden over de verschillende druifsoorten. Torrontés is de lokale druivensoort waar het gebied om bekend staat en waar heerlijke witte wijn van gemaakt wordt. Ons bezoek eindigde uiteraard met een wijnproeverij, mét empanadas.
De volgende dag besloten we een bezoek aan een wijngaard vooraf te laten gaan door een wandeling naar een waterval. We namen een taxi naar het beginpunt van de wandeling, waar we werden opgewacht door een groep lokale gidsen die ons op een vrij intimiderende wijze probeerde wijs te maken dat een gids niet alleen noodzakelijk maar zelfs verplicht was. Wij wisten echter dat het dit niet klopte en na hun nare wijze van benadering hadden we helemaal geen zin meer om één van hen in te huren. Gelukkig waren er drie andere wandelaars, waarvan één Argentijn en twee Nederlanders, die er net zo over dachten en met zijn vijven (én Maps.me) gingen we zonder gids op pad. De gidsen waren niet blij, maar lieten ons uiteindelijk met rust.

Het wandelpad was niet altijd even duidelijk, maar aangezien we richting een waterval liepen, was het logisch dat we de rivier stroomopwaarts moesten volgen. Onderweg kwamen we een Nederlands stel tegen met gids, die ons ‘de waterval’ aanwees en vervolgens terugkeerde. Later bleek dat de ‘echte’ (veel indrukwekkendere) waterval zich pas 700 meter verderop bevond. De gids was dus niet alleen opdringerig, maar ook een leugenaar.

Op de terugweg kregen we een lift van onze twee Nederlandse medewandelaars die een auto gehuurd hadden, naar de kleinschalige biologische wijngaard Finca de las Nubes met uitzicht op de omringende bergen. Hier lunchten we en proefden we een aantal wijntjes, waaronder een Malbec. Dit was heerlijk na de vrij pittige wandeling (we zaten beide onder de schrammen van het klimmen tussen de cactussen)! Na afloop kregen we een lift naar Cafayate van drie Argentijnse dames die luidkeels meezongen met Ricky Martin. ’s Avonds aten we steaks op een terras op het hoofdplein (terwijl we omringd werden door Nederlanders).

De volgende dag namen we om 2 uur ’s middags de bus richting het zuiden. We besloten iets vroeger naar het busstation te gaan, onze tassen in bewaring te zetten en naar de nabijgelegen wijngaard El Esteco te lopen. We werden vergezeld door een hele lieve hond, die ons de daaropvolgende uren zou blijven volgen, zelfs de chique wijngaard in. Na een wijnproeverij lunchten we op het prachtige terras van de wijngaard alvorens richting de terminal te lopen. We namen afscheid van onze hond en namen plaats in de bus. We hadden weer goede plaatsen: boven- en voorin de dubbeldekker. Vlak voor vertrek stond de hond opeens naast mijn stoel; hij was ons de bus in gevolgd! De enige manier om hem uit de bus te krijgen, was door zelf naar buiten te lopen. De busmedewerkers keken vreemd op toen er opeens een hond uit de bus kwam lopen.

De twee busritten van die dag waren onze langste reis tot nu toe. Eerst reden we in 6 uur van Cafayate naar Tucuman. De route was prachtig: het rotsachtige en droge, maar redelijk groene, landschap veranderde bergopwaarts in Ierse grasvelden. De groene vallei vol paarden in het daarop volgende dal deed ons denken aan Oostenrijk of Zwitserland. Na de volgende berg te zijn afgedaald, kwamen we terecht in een soort regenwoud, dat erg leek op Death Road (maar dan met vangrail en geasfalteerde wegdek).
In Tucuman was het heet en benauwd. We wachtten 2,5 uur in het (gelukkig) door airco gekoelde busstation op onze nachtbus die ons in 16 uur naar de groene stad Mendoza zou brengen.
Mendoza staat net als Cafayate bekend om haar omringende wijngebied, en het meest om Malbec. Dit is niet echt ‘mijn’ wijn, maar in Mendoza hebben we toch een paar hele lekkere gedronken!
De dag na aankomst namen we een taxi naar het zuidelijke wijngebied Maipu en huurden daar een fiets. Tijdens onze fietstocht deden we drie verschillende wijngaarden aan, Tempus Alba, El Cerno en Mevi, waar we de lekkerste wijnen proefden en heerlijk lunchten, en dat in het zonnetje met uitzicht over de wijngaarden. Han had van tevoren opgezocht welke wijnen hij wilde proeven en maakte tijdens de proeverijen driftig aantekeningen in zijn notitieboekje, zodat we in Nederland op zoek kunnen naar onze Argentijnse favorieten.

De laatste dag in Mendoza stond raften op het programma. We werden naar een rots- en bergachtig gebied gebracht waar de Mendoza-rivier doorheen liep. Vlak nadat we een felblauw meer waren gepasseerd begon de tocht. De rivier stond laag, wat betekende dat de snelheid lager lag en de categorie slechts één van zes was, een echt beginnersniveau. Voordat we van start gingen, wist ik niet of ik het leuk zou gaan vinden en had ook absoluut geen zin om het water in vallen. Maar dit viel gelukkig mee en ik vond het heel leuk, vooral de stukken met snelle stroming.

Onze voorlopig laatste avond in Argentinië brachten we door in een gezellige bed & breakfast in Maipu. We raakten aan de praat met een pasgetrouwd Braziliaans stel, waarmee we uiteindelijk hebben gegeten (om half 11 ’s avonds, normale Argentijnse etenstijd) en tot laat in de avond wijn hebben gedronken.
De volgende ochtend vertrokken we (terug) naar Chili. Om weer een lange busrit te vermijden, wilden we vliegen naar de Chileense hoofdstad Santiago. Maar onze buitenlandse creditcards werden niet geaccepteerd door de goedkope luchtvaartmaatschappij. Misschien maar goed ook; in 1973 vond tussen Mendoza en Santiago de beroemde en verfilmde vliegtuigcrash plaatst met een heel voetbalelftal aan boord. De helft van de passagiers overleefde het en besloot op een gegeven moment de overleden medepassagiers op te eten om te overleven.
De busrit was prachtig: we zagen de wijngaarden met op de achtergrond de besneeuwde bergtoppen van de Corderilla de los Andes. Het eten aan boord was echter slecht; witte sneetjes brood zonder korst met cheddar en ham en veel verpakte koekjes. Het eten in Argentinië bevat sowieso veel suiker, vlees en haast geen groente en fruit. Ik kan geen zoet croissantje of Oreo-koekje meer zien.
De grensovergang naar Chili was extreem inefficiënt en duurde nog langer dan de grensovergang van Chili naar Argentinië. Misschien is het daarom een goed idee om dit keer wat langer in Chili te blijven. In Santiago blijven we slechts één nacht om de dag erna door te vliegen naar Paaseiland, dat vreemd genoeg bij Chili hoort en waar we zes dagen zullen verblijven.
You must be logged in to post a comment. Login