Baton Rouge 3.0

Baton Rouge 3.0

Na de conferentie in New Orleans (zie vorige blog ‘Down in New Orleans’) stond twee dagen later een soortgelijke presentatie op een andere locatie op het programma. Ik mocht tijdens het ‘Works in Progress Seminar’ van de afdeling geschiedenis aan de Louisiana State University (LSU) in Baton Rouge presenteren.

Ik besloot om met de LA Swift bus in 1,5 uur naar Baton Rouge te reizen. Deze shuttlebus was in 2005 in het leven geroepen ‘as a post-Katrina recovery effort, providing transportation for workers and citizens between Baton Rouge and New Orleans’, aldus hun website (ondertussen is de lijn overigens niet meer in bedrijf door gebrek aan financiering).

Ondanks dat het comfortabele en betrouwbare bussen waren, in tegenstelling tot het standaard busvervoer in Louisiana, werd het overduidelijk dat de staat (nog steeds) niet was ingericht op openbaar vervoer reizigers. Ruim voor vertrektijd liep ik met mijn koffer richting de busstop, maar ik kon deze nergens vinden. Navragen mocht niet baten. De eerste persoon had geen idee waar ik het over had en de tweede persoon stuurde me verkeerd. Na een poosje wachten op de aangewezen plek reed de betreffende bus opeens voorbij. Zwaaien en meerennen met de bus mocht niet baten. En toen mocht ik 1,5 uur wachten tot de volgende bus vertrok.

Gelukkig maakte de reis zelf veel goed. De snelweg van New Orleans naar Baton Rouge loopt dwars door de moerassen en bij de klanken van de nummers Johnny B. Goode en Callin’ Baton Rouge dwaalden mijn gedachten af naar de eerdere tijden die ik beleefd had in Louisiana.

Ik overnachtte bij Bassam, met wie ik tijdens mijn onderzoeksverblijf van zes maanden in Baton Rouge (zie blog ‘Archival adventures in Baton Rouge’) vaak had opgetrokken. Hij nam me onder andere mee naar het l’Auberge casino, geopend in september 2012, waar ik zowaar $1,50 winst wist op te strijken. Het casino is gebouwd op de plek waar de Chatsworth plantage, welke centraal stond in mijn masterscriptie, vroeger had gestaan.

De volgende dag ging ik vroeg naar de campus van LSU voor mijn presentatie, welke plaatsvond in een van de gebouwen waar ik in 2010 colleges had gevolgd. Mijn vergelijking met Nederlandse veenarbeiders viel in goede aarde, terwijl ik daar veel kritiek op had verwacht. Onder de toeschouwers bevond zich Suzanne Marchand, een van de schrijfsters van het handboek Worlds Together, Worlds Apart dat ik op dat moment gebruikte in werkgroepen van de eerstejaarscursus Global History.  

Het was vreemd om terug te zijn. Er leek niets veranderd (de groene eikenbomen met talloze eekhoorntjes, het Tiger stadion met Mike the Tiger in zijn naastgelegen verblijf en de horecagelegenheden The Chimes en Highland Coffee), maar tegelijkertijd was het belangrijkste element van de universiteit veranderd: de mensen. In tegenstelling tot eerdere tijden woonden er nog slechts een handjevol bekenden op of nabij de campus. Maar gelukkig: in het Hill Memorial achief kenden ze me nog! ‘The girl of the pictures’, werd ik genoemd. De dagen die ik in het archief doorbracht hield ik mijn reputatie hoog door om en nabij 2.000 foto’s te maken.  

In de resterende avonden bracht ik mijn tijd door met het handjevol bekenden in Baton Rouge. Mijn voormalige hostmom Mary nam me mee naar het restaurant Roberto’s, gevestigd in een oude winkel langs de Mississippi, waar we heerlijke bisque aten en andere Cajunspecialiteiten. De volgende avond had ik afgesproken met Javier en Jenny om verse boiled crawfish te eten (het was het juiste seizoen!) bij Sammy’s Grill, wat vooraf werd gegaan door een portie blackened alligator en werd vergezeld met echt Louisiana strawberry beer.

Roberto'sAlligator Crawfish

Restaurant Roberto’s en blackened alligator & crawfish bij Sammy’s Grill, 2013

De laatste dag sloot ik – iets minder culinair verantwoord – af met een McDonaldsmenu als lunch, dat ik op at op het grasveld midden op de campus in het zonnetje. Ik genoot van de hoge temperatuur vergeleken met die in Nederland op dat moment. Alleen dat al maakte mijn zoveelste trip naar Baton Rouge de moeite waard.