The Civil War and the economic crisis: welcome to Mississippi

The Civil War and the economic crisis: welcome to Mississippi

Na mijn semester studie aan LSU (zie vorige blog ‘LSU 2010 in a nutshell’) was het tijd om een road trip te maken door een andere staat in the Deep South: Mississippi.

Maar het startpunt was Baton Rouge, Louisiana, dus daar moesten de highlights ook gezien worden. Het begon goed: in de beroemde Bourbon Street in New Orleans aanschouwen mijn zus en ik een aantal dames die in de karaoke bar de Cats Meow het nummer Back That Ass Up te gehore brachten (degenen die deze klassieker niet kennen, kunnen dit diepgaande rapnummer hier beluisteren). Verrassend genoeg zongen de dames weinig en beelden ze voornamelijk ruimschoots de titel van het nummer uit.

De andere dingen op de Louisiana to-do-list waren een alligatorrijk tochtje door het moeras met Honey Island Swamp Tours , crawfish eten, een historisch Acadian Village bekijken (zie vorige blog ‘LSU 2010 in a nutshell’), een interessante katoenplantage bezoeken en tenslotte gingen we via de veerboot over  de Mississippi  richting St. Francisville.  Louisiana is de perfecte setting  voor een griezelige serie als True Blood  met zijn geloof in vampiers, voodoo en geesten. In St. Francisville stap je voor even in deze wereld. Allereerst is er de Myrtles plantage, een van de vele haunted homes die in Louisiana te bezoeken zijn. Ons bed and breakfast had dezelfde vibe en bezorgde ons allen kippenvel. Omdat we St. Francisville levend wilden verlaten, besloten we daarom dan ook maar niet in te gaan op het aanbod van één van de plaatselijke jongens, waarmee we ’s avonds aan de praat raakten, om een nachtelijk tripje naar New Orleans – terwijl hij stomdronken was – te maken.

Gelukkig vertrokken we de volgende ochtend naar Natchez, Mississippi. Niet dat deze staat een minder griezelige reputatie heeft: de staat heeft het stigma van fervent voorstander van slavernij en segregatie. Zo wappert de vlag van Mississippi, waarin de met racisme doordrenkte Confederate Battle Vlague is verwerkt, nog steeds vrolijk aan menig huis en overheidsgebouw. En zo weigerde de staat in te stemmen met de 13e grondwetswijziging van na de Amerikaanse Burgeroorlog, waarmee slavernij ten einde kwam. Pas in maart 2013, 147 jaar na dato, ratificeerde ze het slavernijverbod officieel .

Na ongeveer 100 kilometer rijden –  een tocht die veel langer leek doordat mijn vader bijna non-stop een eigen variatie van het liedje Mississippi van Pussycat ten gehore bracht – kwamen we aan in Natchez, waar voor de afschaffing van de slavernij de meeste miljonairs van het land woonden. Tegenwoordig is het niet meer de bruisende stad die het was. We kwamen veel grijze toeristen en antiekwinkeltjes tegen. Mijn vader leek daar qua korte termijn geheugen haast perfect in te passen, aangezien hij erachter kwam dat hij zijn bril vergeten was in St. Francisville. Gelukkig was het maar 60,7 mijl rijden (klinkt toch minder ver dan ca. 100 kilometer ;)). Keer twee. In Natchez bezochten we Longwood plantation. De bouw van dit enorme plantagehuis begon in 1861, maar werd door de uitgebroken Burgeroorlog nooit voltooid. Op een dag lieten de bouwvakkers hun gereedschappen vallen en verlieten het huis. De tijd lijkt te hebben stilgestaan: de gereedschappen liggen er nog, maar ook een aantal koffers van de oorspronkelijke eigenaren.

De volgende locatie was Vicksburg, om het Vicksburg National Cemetary te bezoeken, waar (grotendeels ongeïdentificeerde) gevallen soldaten van zowel de zuidelijke als de noordelijke troepen begraven liggen. We reden anderhalf uur op een glooiende snelweg door een bosrijke omgeving om de begraafplaats te bereiken. Het aantal tegenliggers was op één hand te tellen. ‘Wonen hier ook nog levende mensen?’  vroegen wij ons af. Het centrum van de stad zelf zorgde niet voor een optimistischer beeld van Vicksburg. De effecten van de economische crisis  waren duidelijk zichtbaar: de winkelpanden in de historische hoofdstraat stonden allemaal praktisch leeg en er was op zondag geen restaurant te vinden dat open was (waardoor we genoodzaakt waren bij het Riverside  Casino te dineren). Het enige lichtpuntje was het Coca-Cola museum,  waar in 1894 het eerste flesje met coca cola werd gevuld, maar daar zijn we in alle drukte (?) vergeten een bezoek aan te brengen.

Onze laatste stop was gelukkig positief: Oxford, Mississippi.  Een gezellig universiteitsstadje, waar de OleMiss, de University of Mississippi bij gevestigd is.  Hier leven dus alle (jonge) mensen uit Mississippi!