The conquest of paradise

The conquest of paradise

Pas in 1991 ontstond de huidige Georgische Republiek. Door de ligging op het kruispunt tussen het Midden-Oosten, Rusland en Europa is het gebied door de jaren heen door uiteenlopende rijken veroverd: het Macedonische Rijk van Alexander de Grote, het Mongoolse Rijk van Dzjengis Khan, het Ottomaanse Rijk, het Perzische Rijk en het Russische Rijk. Veel van deze invloeden zijn nog terug te zien in de Georgische cultuur en architectuur, al voert de Russische invloed de boventoon. Het land kent dus een turbulente geschiedenis, maar is daarom ook een interessant land met een diverse cultuur.

De route naar Fort Khertvisi

Wij bezochten één van de oudste forten van Georgië vlakbij de grens met Turkije: fort Khertvisi. De route ernaartoe was prachtig. Volgens legende werd het fort in de vierde eeuw voor Christus verwoest en veroverd door Alexander de Grote, de koning van Macedonië. Door zijn veroveringen creërde hij één van de grootste rijken van de Oudheid. De huidige met gras overgroeide ruïne dateert uit de tiende tot en met de negentiende eeuw. De toren staat nog overeind, met prachtig uitzicht op de besneeuwde bergtoppen en de groene omgeving met bijzondere vogels, zoals de Hoopoe.

Fort Khertvisi
Hoopoe

Een paar dagen eerder hadden we de oudste Georgische stedelijke nederzetting bezocht: de rotsstad Uplistsikhe, die volgens archeologen werd gesticht rond het jaar 1000 voor Christus. De stad zou later ook aan de zijderoute komen te liggen. Langs deze route werden goederen uit China, het Midden-Oosten en het Middellandse Zeegebied verhandeld. Eeuwenlang was dit de belangrijkste verbinding tussen oost en west. We bezochten deze bijzondere historische rotsstad. In de enorme rots zijn nog steeds traptreden, gangen en kamers met decoratie te onderscheiden. In begin van de 13e eeuw ging het ten onder door invallen van de Mongoolse hordes van Dzjengis Khan.

Rotsstad Uplistsikhe

Grotsstad Vardzia vlakbij de grens met Turkije, ontstond juist naar aanleiding van de Mongoolse aanvallen aan het einde van de 12e eeuw. De verborgen stad was een succesvolle schuilplaats voor de binnenvallende Mongolen. Het bestond uit tientallen gangen, kamers en zelfs een klooster. Door erosie en aardbevingen zijn de plafonds van de verborgen kamers inmiddels vernietigd, waardoor de stad zichtbaar is geworden. Ondanks deze succesvolle schuilplaats veroorzaakten de decennialange Mongoolse invallen het einde van de Georgische bloeiperiode.

Grotstad Vardzia

In 1590 werd het gebied onderdeel van het Ottomaanse Rijk. Tegenwoordig is dit nog terug te zien in de badhuizen in Tbilisi en moskeeën. We hebben een prachtige moskee met gouden koepel gezien binnen de muren van fort Rabati. Sinds 2012 wordt dit 9de eeuwse fort intensief gerenoveerd. Nog steeds zijn constructiewerkzaamheden in volle gang. Nadat het enorme fort in de 16e eeuw in handen kwam van de Ottomanen werd de eerste moskee gebouwd. Verschillende geloven bestonden overigens vreedzaam naast elkaar: op steenworp afstand stonden ook een Georgisch-orthodoxe kerk en een synagoge.

Fort Rabati met in de verte de gouden koepel van de moskee

In het oosten van Georgië hadden de inwoners van het Kakheti koninkrijk, tegenwoordig het Georgische wijngebied, in dezelfde periode juist last van de legers van Shah Abbas I van Perzië. Gremi, Kakheti’s levendige handelsstad langs de Zijderoute, werd veroverd en de inwoners werden uitgemoord en gedeporteerd. De mooie oude vesting bestaat nog steeds en wij bezochten het.

Gremi vesting

Tegenwoordig komt de belangrijkste buitenlandse invloed echter uit Rusland. In 1804 werd Georgië veroverd door het Russische Rijk. Na de val van dit rijk viel Georgië onder de invloedsfeer van de Sovjet Unie. De wortels van Joseph Stalin liggen zelfs in Georgië: hij werd geboren in de Georgische stad Gori. Ondanks zijn meedogenloze totalitaire bewind dat miljoenen mensen het leven heeft gekost, wordt hij hier nog steeds vereerd.

Wij keken onze ogen uit toen we het Joseph Stalin Museum in Gori, dat in 1957 werd geopend als propagandamuseum, binnenliepen. We werden begroet door zijn standbeeld. De hoge muren van de zes zalen hingen vol foto’s, schilderijen en kostuums van Stalin, met begeleidende teksten en krantenknipsels in het Georgisch en Russisch. Eén van de kamers toont zijn dodenmasker. Buiten in de enorme tuin van het imposante gebouw is daarnaast Stalins geboortehuis te bezichtigen, dat hiernaartoe werd verplaatst. Ook konden we zijn persoonlijke treinwagon bewonderen. In 2012 heeft het gemeentebestuur van Gori besloten om de kritiekloze inhoud van het museum niet te veranderen.

Eén van de standbeelden van Stalin in het museum in Gori

Ook in andere plaatsen in Georgië lijkt het alsof een tijdmachine ons terugbracht naar het Sovjettijdperk. In het plaatsje Chiatura prijkten progagandaversieringen van Lenin en Stalin op torenhoge Sovjetflats. Ons hotel bevond zich in een soortgelijk gebouw. ‘s Avonds aten we hier een typisch Georgische maaltijd en met een Georgisch biertje in de hand keken we hoe Ajax Juventus met 1-2 versloeg in de Champions League.

Chiatura

Hoe meer we de gebouwen in het stadje van dichtbij bekeken, des te meer het leek alsof we een post-apocalyptisch tafereel waren binnengewandeld. Veel gebouwen waren vervallen, met scheuren in de muren en ingestorte trappen. Onderweg naar Chiatura waren we een groot aantal leegstaande fabrieken gepasseerd. Tijdens de Sovjettijd was het een bloeiende mijnstad geweest. Hoog in de bergen wonnen de arbeiders mangaan, een belangrijk onderdeel van roestvast staal. Om ze gemakkelijk naar de mijnen te vervoeren, legden de communisten in de jaren 50 zeventien kabelbanen aan die de laaggelegen stad verbonden met de bergen.

Verlaten fabrieken

Een aantal van deze lijnen is nog steeds in gebruik. De karretjes zagen eruit alsof ze ook sinds de jaren 50 niet meer zijn vervangen. Ze worden ook wel ‘vliegende doodskisten’ genoemd, maar volgens een hotelmedewerker is er nog nooit een ongeluk gebeurd. Toen wij een paar ritjes maakten, kreeg ik wel het gevoel dat dit niet lang meer zou kunnen gaan duren: de karretjes waren verroest en er zaten gaten in de vloer en muren.

Een van de kabelbanen in Chiatura

Bij het eindpunt van één van de lijnen stapten we uit bij een stationsgebouw dat er ooit heel mooi moet hebben uitgezien, maar nu meer weghad van een spookhuis. Naast een van de grote toegangsdeuren wroetten twee varkens in de modder. De tweedelige statige trap was overgroeid met onkruid en voor de helft in elkaar gestort. Bovenaan de trap kwamen we uit bij een grote Sovjetflat, die eruit zag of er een bom op was gevallen. Veel ramen en muren ontbraken, maar toch woonden er nog mensen. Op de begane grond lagen stapels brandhout en er scharrelden kippen op het terrein.

Stationsgebouw

De armoede in Georgië was ons ook op andere plekken opgevallen. Zowel de steden als de landelijke gebieden stonden vol vervallen gebouwen. Hoogopgeleide Georgiërs schijnen het land massaal te verlaten. Het land hoopt ooit toegelaten te worden tot de welvarende Europese Unie. Op veel plekken wapperde de vlag van de Europese Unie dan ook in de wind.

De vlag van Georgië en van de Europese Unie

Het is echter aannemelijker dat het land ooit weer bij Rusland gaat horen. Twee Georgische gebieden, Abchazië en Zuid-Ossetië hebben zich in in 2008 onafhankelijk van Georgië verklaard en Rusland steunt dit. Tijdens onze rit van Stepantsminda naar Chiatura reden we vlak langs de nieuwe grens met Zuid-Ossetië, die stond aangegeven met prikkeldraad en waarschuwingsborden. We hebben daarom maar geen kijkje genomen.

De Russische invloed in Georgië is groot. Naast het grote aantal Russische toeristen dat het land bezoekt, spreekt de oudere generatie Georgiërs geen Engels maar Russisch als tweede taal. Logisch ook, aangezien zij zijn opgegroeid in het Sovjettijdperk. Lastig was het wel, vooral toen we in de spookstad Tsalka wilden verblijven. We hadden het enige beschikbare hotel via Booking.com geboekt, maar de app Maps.me gaf de verkeerde locatie weer. We hadden geen 4G en geen wifi en de straatnamen en huisnummers stonden alleen weergegeven in het Georgische alfabet.

Het Georgische schrift is prachtig, één van de oudsten ter wereld en lijkt op een combinatie tussen Herbreeuws en Arabisch – en dus in de verste verte niet op ons alfabet. De inwoners van Tsalka wilden ons graag helpen, maar ze spraken geen woord Engels en snapten juist weer niets van ons alfabet. Na ongeveer drie kwartier rondvragen en in twee pensions te zijn rondgeleid, kwamen we terecht bij het hotel dat we geboekt hadden. Het was erg eenvoudig: het had geen centrale verwarming en de gang stond vol met muizenvallen. ‘s Nachts begon het te sneeuwen en lagen we bibberend onder vier dekens.

Gelukkig hadden we die avond wel heerlijk Grieks gegeten in restaurant Pontia. Tsalka is namelijk van oudsher een Griekse nederzetting. Tijdens één van de Russische-Turkse oorlogen in de 19e eeuw vluchtten veel Grieken naar het Russische Rijk, waar dit gebied toen toe behoorde, omdat de Russen aan de kant van de Grieken stonden. In de jaren zeventig van 20e eeuw bestond nog ruim 92 procent van Tsalka’s bevolking uit Grieken, maar na de val van het communisme verlieten veel Grieken het gebied. Tegenwoordig is nog steeds 14% van de inwoners Grieks.

We waren ook opgelucht dat de bezienswaardigheid in de buurt van Tsalka, de Dashbashi Canyon, niet tegenviel. We waren de hele dag achtervolgt door een regenbui, maar gelukkig brak de zon door en in ongeveer drie kwartier daalden we af in de canyon om uit te komen bij een prachtige waterval.

Dashbashi waterval

Over het algemeen genomen waren de weergoden ons niet heel gunstig gezind tijdens deze reis. In Stepantsminda hadden we een wandeling van ons programma moeten schrappen omdat er meters sneeuw lagen in de betreffende vallei. Vanuit Chiatura reden we in de regen richting een kerkje op een rots, de Katshi Pillar, maar deze verdween grotendeels in de mist. De rest van de dag reden we door de regen. Ook in het schattige dorpje Boromi, waar we een pitstop maakte, hield de regen aan.

De Katshi Pillar in de mist

Ten slotte regende het op onze laatste dag in Tbilisi ook geregeld. Gelukkig telt de stad genoeg overdekte bezienswaardigheden, zoals fort Narikala en de Sioni kathedraal. En uiteraard telde de stad talloze wijnbarretjes waar we konden schuilen. Maar ondanks dat we een aantal dagen geteisterd waren door slecht weer was deze korte reis een geweldige ervaring (die veel langer voelde dan tien dagen). Ooit willen we terugkomen in dit interessante land met zijn prachtige diverse landschappen, unieke geschiedenis, culturele mix en heerlijke eten, en dan in een maand met minder kans op sneeuw en regen. September schijnt de beste reistijd te zijn. Ik kan niet wachten!

Een wijnbar in Tblisi