The Dead Sea bubble

The Dead Sea bubble

Na onze koude dagen in de Wadi Rum-woestijn reden we naar de warmere Dode Zee. Ooit was deze omgeving onderdeel van een oceaan, maar als gevolg van een aardbeving werd het zoute water doorbroken door een stuk land dat de Jordaanvallei zou gaan heten. Hier ontstond op 400 meter onder zeeniveau het laagste meer ter wereld: de Dode Zee. Het meeste water verdampte en daardoor werd het zoutgehalte dermate hoog dat meercellig leven uitstierf.

Via een bergachtige weg zagen we de temperatuurmeter van de auto oplopen. Ons startpunt was 0 graden en tegen de tijd dat het zoute meer in zicht kwam, gaf hij maar liefst 19 graden aan. Voordat we het meer bereikten, viel het ons op dat er veel groepjes mensen langs de weg liepen en hingen. Ook hield de (vriendelijke) politie ons ter controle aan (die zodra we meldden dat we Nederlandse toeristen waren, ‘Welcome to Jordan!’ uitriepen). Kort daarna doemden rijen tenten op; we reden langs een vluchtelingenkamp. Het relatief stabiele Jordanië is met name de laatste jaren overspoeld door vluchtelingen uit omringende landen. Circa één vijfde van de inwoners is vluchteling. Zij leven in eenvoudige tentenkampen verspreid over het land. Het bekendste is Za’atari in een enorm groot woestijngebied vlakbij de grens met Syrië, waar ruim 80 duizend Syrische vluchtelingen wonen. Het kamp is op dit moment in lockdown om te voorkomen dat Covid-19 uitbreekt.

Door het groeiend aantal inwoners in Jordanië neemt de vraag naar het al schaarse water in het land toe. In sommige gebieden is water daarom op rantsoen. Ook het zoute water in de Dode Zee verdwijnt langzamerhand: het waterpeil zakt circa anderhalve meter per jaar! Vanuit de verte zag de grillige zoute ‘kustlijn’ er prachtig uit, maar van dichtbij een stuk minder. Vanaf de parkeerplaats bereikten we het water pas na ongeveer 100 meter omlaag te lopen over zoutachtige rotsen.

De grillige zoute ‘kustlijn’ van de Dode Zee

De hoeveelheid water in de Dode Zee vermindert door de droogte en door de toenemende watervraag, waardoor de watertoevoer afneemt. Ook verdampen een aantal fabrieken het water om de ‘geneeskrachtige’ zouten en mineralen te kunnen gebruiken in populaire schoonheidsproducten. Een andere reden is het succes van het wellness-toerisme langs de Dode Zee. Terwijl omringende dorpen op waterrantsoen zitten, worden hier in talloze luxueuze resorts liters water gebruikt.

Ik las over deze problematiek terwijl we langs de Dode Zee reden onderweg naar een dergelijk luxueus resort. Ik praatte ons verblijf voor mezelf enigszins goed: we hadden toch immers al 3 dagen niet gedoucht, zouden toch slechts twee nachten verblijven en ik had geen alternatieve verblijfplaats aan het meer kunnen vinden? Het dubbele gevoel bleef, maar we probeerden ons over te geven aan de bubbel. En ik zou liegen als ik zeg dat ik niet enorm van die anderhalve dag in het resort heb genoten. Het was een overdadig luxueuze overgang van de simpele tent in de koude woestijn.

Dobberen in de Dode Zee bij zonsondergang

Die avond dreven we bij zonsondergang, ingesmeerd met modder, in het zoute water. Uiteraard kreeg ik bij een poging tot zwemmen (wat niet wordt aangeraden) een paar druppels water in mijn oog. Het zoutgehalte is ruim 33 procent, zo’n tien keer meer dan het zoutgehalte in een ‘normale’ zee, en dat brandt. Gelukkig had ik mijn benen al drie dagen niet geschoren…

De volgende dag kregen we massages en gezichtsbehandelingen, bezochten we de sauna’s en stoombaden en genoten we van de zwembaden. Uiteraard dobberden we nogmaals in de Dode Zee. Volledig verfrist en ontspannen gingen we daarna het nieuwe jaar in Nederland tegemoet.